Als een dolfijn wil ademhalen, zwemt ze naar het wateroppervlak. Ze brengen dan hun blaasgat kort boven het wateroppervlak, en blazen snel en krachtig.Wanneer een dolfijn zo omhoog spuit, weet dan dat het niet voor de show is. Onder water wordt het blaasgat door een soort klepje afgesloten. De sonar. Dolfijn beschikken over een sonar. Ze maken dat een geluid, dat wordt teruggekaatst als er zich iets op zijn weg begeeft. Dat kan een rots zijn, maar ook vis, of walvis, of haai, of andere soortgenoten,... De teruggekaatste sonar wordt in de onderkaak opgevangen. Daar bevindt zich een vetachtige stof die het signaal doorstuurt naar het middenoor. Het signaal wordt door de hersenen verwerkt, en onze flipper krijgt dan een idee van wat er zich op zijn weg bevindt. Een sonar kan zo'n 100 meter ver reiken.